Skip to content

Functiemix is functienix

Eerst kwam het plan leerkracht van de commissie Rinnooy Kan, daarna het convenant met daarin de functiemix. Die maakt het mogelijk dat leraren die lesgeven een betere functie krijgen en meer gaan verdienen. Tot zover prima, maar dan ontmoet ik haar.

Ze is even naar het buitenland geweest en geeft nu weer les. Ik vraag hoe het bevalt. Ze moppert over de beloning. Ik wijs haar op de functiemix, toch bedoeld om jonge, veelbelovende en hoog opgeleide docenten aan het onderwijs te binden. Dat had zij ook tegen haar schoolleider gezegd. Zijn antwoord luidde; eerst komt de middengroep aan de beurt, dan jij. Maar zo gaat het niet overal, vertel ik haar. Een leraar op een andere school, vijftien jaar in het vak, doet zijn best, organiseert excursies, is onlangs veroordeeld tot een leven lang LB… onvoldoende zichtbaar in de organisatie. Daar zou dan misschien ruimte zijn voor haar ambitie, toch? Ze kijkt me verbouwereerd aan en zegt: ‘wat moet ik daarmee? Bij de een werkt het zo, bij de ander zus. Ik begrijp het niet!’

En ik eigenlijk ook niet, want kijk, die functiemix blaast geld in de scholen. Directies gaan daarmee nieuwe functies creëren, tegen een hogere beloning. Dit binnen een aantal randvoorwaarden; minimaal de helft van de baan bestaat uit lesgeven, elke school heeft een quotum LC en LD functies, gevuld middels sollicitatierondes. Dit alles in de hoop de kwaliteit van onderwijs te verbeteren. Precies in dat laatste zit de pijn van de verliezers. Want wat is dat eigenlijk, kwaliteit?

Nu is dat op zich bekend. Hoog en competitief opgeleide leraren presteren over het algemeen goed. Daarom stelt Rinnooy Kan voor de beloningsschalen te koppelen aan de opleiding. Maar scholen bepalen liever zelf wat een leraar verdient. Dat kan, maar vanaf dan komt meten van de prestaties in de klas in beeld. Hoeveel leerlingen maakt een docent daadwerkelijk beter? Hoe zit het met scholingsactiviteiten, de tevredenheid van leerlingen en collega’s?

Beloning koppelen aan prestaties en/of opleiding, dat is uit te leggen. Maar dat geldt dus niet voor die rare functiemix. Want omdat de minister toevallig zijn portemonnee trekt, promoveren collega’s out of the blue tot coach, proefwerkcoördinator, lerarenopleider of kaderdocent. Met deze explosie van vooral LC functies vullen scholen momenteel hun quota. Daarna is de operatie klaar en ontstaat alleen nog een promotiemogelijkheid als iemand onder de tram loopt. En die kwaliteitsimpuls? Inderdaad, die is foetsie. De een krijgt gewoon een loonsverhoging, de ander niet.

Weet je, toen Oost Europa nog communistisch was, werkte het daar precies zo. Een volkscommissaris zei bijvoorbeeld; jij begint als portier en zet koffie. Vanaf die aanstelling restte de strategie wachten, wachten en nog eens wachten tot de functie ‘chef koffie zetten’ vrij kwam. Losers, braverikken en niksnutten floreren in dit soort organisaties, maar een leraar met potentie gaat echt niet zitten wachten tot een schoolleider bereid is hem een sovjetfunctie toe te bedelen. Daarom moet het anders… functiemix is functienix!

Published inColumns

Be First to Comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *