Deze column in eerder verschenen in het oktobernummer van het Onderwijsblad
Mijn veertigste schooljaar is begonnen. Dat besef overmande me toen ik Studio Sport Eredivisie keek. Want zo gaat het altijd, eerst de zomer, loslaten, het fijn hebben met de mensen waar ik van houd en dan komt de Johan Cruijff schaal. Die krijg ik nog net genegeerd, maar bij de eerste competitieronde is het arbeidsbesef onafwendbaar, we gaan weer voor een jaar. En dus keek ik Ajax, die zondag in augustus. Vorig jaar 100 miljoen uitgegeven en waardeloos gespeeld. Nu moet een nieuwe trainer hetzelfde spelersmateriaal aan het voetballen krijgen.
Terwijl ik een matig Ajax nipt zie winnen, denk ik aan de Amerikaanse hoogleraar Karl Weick. Hij vergeleek de organisatie van voetbal met onderwijs. Voetbal vond hij overzichtelijk. Een rechthoekig veld, twee doelen en de partij met de meeste goals wint. Weick stelde, hoe anders is het onderwijs. Het veld lijkt rond, het spel kent meerdere partijen. Ouders, leerlingen, leraren, management, politiek, ze zetten stuk voor stuk hun eigen doel op het veld, schieten de bal er keihard in en juichen voor zichzelf. Weick maakte deze vergelijking in 1976. Scholen waren toen nog nagenoeg identiek. Hoe anders is dat nu. Particuliere opvattingen omzetten in eigen inrichting, een wildgroei aan persoonsgebonden en intuïtieve didactische aanpakken, wat ons bindt figureert op de achtergrond, de verschillen telen wierig. In 1976 beschreef Weick de schoolorganisatie als een voorbeeld van een losjes gekoppelde organisaties. Inmiddels lijken schoolorganisaties losgekoppeld. De eigen waarheid regeert tot in de haarvaten. De achteruit hollende nationale leerprestaties laten zien dat dit model niet werkt. Ajax een matig seizoen? Het Nederlandse onderwijs degradeert zo lang als ik dit werk doe elk seizoen naar een lagere divisie. Tegen een steeds groter budget. Dat dan weer wel.
Bij Ajax vegen nieuwe bezems schoon. De samenwerking is opnieuw georganiseerd. Waarbij samenwerking staat voor doelgericht handelen vanuit rolaanvaarding binnen een herkenbare speelwijze. Een team wint als het meer is dan de som der delen. Het is aan de nieuwe trainer dat op het veld te realiseren. Bij falen volgt het exitgesprek. Het Nederlands onderwijs houdt niet van schoonvegen en exitgesprekken. Maar nog slechter lezen en rekenen, nog minder weten van ons verleden, dit land kan zich dat niet veroorloven. En dus zullen we zelf aan de bak moeten.
39 keer begon ik het schooljaar vanuit een eenmansguerrilla attitude. Mijn doel op dat ronde veld? Tot de herfstvakantie mijn klassen naar mijn hand zetten, daarna presteren mijn leerlingen en verder zoekt iedereen het maar uit. Dat kan dus niet meer, we moeten samen beter. Meer hetzelfde doen, gericht op leerprestaties, daarover praten, met elkaar, open, eerlijk, professioneel en vooral ook, confronterend. Alles voor de overwinning van het team onderwijs. Ziehier mijn laatste werkwens; een nationale succeservaring die plezier en status de scholen in blaast.
Be First to Comment