Waar het allemaal vandaan komt
Het individu als losstaande denker en beslisser bestaat natuurlijk niet. Wie ik ben en wat ik doe is verbonden met anderen: ook ik laat me inspireren. Dus als ik schrijf over onderwijspolitiek, gaat het vaak over structuren en stelsels. Ik heb namelijk gestudeerd bij de bekende hoogleraar Göran Therborn. Therborn was in die tijd een Marxist, die zich liet beïnvloeden door Nikos Poulantzas en Louis Althusser. Zij zijn weer verbonden met Claude Lévi-Strauss en Jacques Lacan, een filosoof die bij het promotieonderzoek van mijn vader, over Gerard de Nerval, een grote rol speelde. Is dit interessant? Ja, reken maar. Want Therborn onderzocht het economisch handelen van de staat. Voor hem lag de oorzaak daarvan in structuren. Ralph Miliband, de vader van de inmiddels al weer verdwenen Labour minister van buitenlandse zaken in Engeland, zag dat echter totaal anders. Milliband constateerde net als zijn collega Therborn dat westerse overheden in tijden van crisis in het belang van het kapitaal handelen; oplopende werkloosheid zorgt voor winstherstel. Maar Miliband zocht de oorzaak bij personen. Voor hem waren het de elites die met elkaar het geld en de baantjes verdeelden, middels een subtiel stelsel van in- en uitsluiting.
Met het marxisme -sterke analyse en nul oplossing- ben ik al even klaar. Maar ook in mijn analyses zijn structuren belangrijker dan personen. Zo is Ronald Plasterk vast een goed en intelligent mens. Hij wist als enige in de rij bewindslieden wat mis is in het Nederlands onderwijs, onderkende dat ook, maar hij was van 2007 tot en met 2010 uiteindelijk een waardeloze onderwijsminister; hij liet de bestaande stelsels onaangetast en dus ging het rottingsproces gewoon verder. Ik geloof ook niet in slechte bestuurders of slechte schoolleiders. Voor zover ik deze mensen ken, zijn ze vriendelijk, beleefd, verstandig en zelfs aardig. Talloze scholingsbijeenkomsten voor managers heb ik verzorgd en die waren stuk voor stuk geannimeerd. Maar elke keer weer viel me ook de kwetsbaarheid van deze mensen op. Logisch, want de bestaande structuren, en dan in het bijzonder de wereldvreemde rolverdeling tussen bestuur, overheid, school en personeel, plaatst leidinggevenden in een schier onmogelijke positie. De keuzes die ten grondlag liggen aan het bestaand stelsel geven dom en slecht gedrag volop de ruimte. Dat brengt scholen uit balans. Geef daar maar eens leiding aan. Een onmogelijke opdracht.
Het bovenstaande zegt iets over de herkomst van mijn analyse van het Nederlands onderwijs. En zo zijn er meer inspiratiebronnen. Het zinderend debat tussen Keynesianen en monetaristen maakte bijvoorbeeld een einde aan de exactheid in het economisch denken; er waren ineens twee waarheden. Kortom, economie is geen natuurkunde en gaat steeds meer op psycho- en biologie lijken. Milton Friedman heeft me in die tijd bevrijd van de zwaarmoedigheid van het Marxisme en mijn lot daar gelegd waar het hoort; bij mij… I’m free to choose. Maar ook literatuur en muziek inspireren. Bob Dylan leert me het leven te nemen zoals het me overkomt. Zoveel hebben we niet te vertellen. Er is iets groters wat ons stuurt. Wat dat is, zullen we echter nooit weten. Louis Ferdinand Céline vertelt me niet te veel te vertrouwen op mijn medemens. De film Taxi Driver bevestigt die eenzaamheid en de daarbij horende strijd. Net als Johan Cruijff liet Michael Jordan me zien dat hoog ontwikkelde praktijkkennis in combinatie met determination en leadership incidenteel een overwinning binnen handbereik brengt. Naast waar ik vandaan kom, zijn het dit soort mensen die bepalen wie ik ben en wat ik doe.