Skip to content

Ik moet als de sodemieter aan de bullshit-taken

Deze column is eerder gepubliceerd in het juni nummer van Het Onderwijsblad

Donderdagochtend tien uur, ik moet naar de gymzaal, om te surveilleren. Over twintig minuten. Het is nu pauze. Ik twijfel. De collegiale fatsoensnorm is dat ik tien minuten pauze neem en dan aflos. Zo hebben we ieder de helft van de toegeschreven rust. Maar ik heb geen zin in de lerarenkamer en loop naar de gymzaal. Eenmaal aangekomen zegt een collega: ik ben ingeroosterd voor alleen de pauze, zo regelt de roosterkamer dat tegenwoordig. Ik zeg, ga iets leuks doen en pak een stoel. Mijn surveillance-reflectie kan beginnen; wat is dit? Micro-management? Vervangen van collegiale zelfsturing door hiërarchische regulering? Op zich, een collega kom te laat die gymzaal binnen sloffen, jij bent ook toe aan pauze, wat doe jij? Je scheldt de collega verrot? Gaat naar je leidinggevende? Roddelt in de lerarenkamer over die oncollegiale klootzak? Optie een ligt voor de hand, maar in de familiecultuur heerst de combinatie van twee en drie. De roddelvariant ontsteekt in de lerarenkamer een veenbrand van ongenoegen-voedende herkenning. De directie blust met centrale afspraken. 

Ik wissel een blik met een leerling, zij steekt een duim op, het gaat goed en ik denk, shit, dat achterlijke jaartaakformulier, dat werkt precies hetzelfde. De jaartaak is een boekhouding die de lestaak en niet-lesgevende taken optelt tot 1659 klokuren. Leraren overdrijven hun zware leven en pompen in de meningendistributiecentra de klokuren voor niet-lesgevende taken op. De medezeggenschapsraad verzamelt de wensen en maakt een werkverdelingsafspraak met de directie. De run op de niet-lesgevende taken kan beginnen. Hoe groter de buit, hoe lager de lestaak. 

Ik doe hier nooit aan mee, want lesgeven is wat ik doe en als een leerling, ouder of collega wat vraagt, buiten de les om? Ik doe het gewoon. Hiermee schiet ik mezelf in de voet. Mijn werkgever bepaalt de maximale lestaak op 22 lessen, maar omgerekend vanuit die 1659 klokuren zijn dat ineens 26 lessen. Kortom, ook ik moet als de sodemieter aan de bullshit-taken. 

Terwijl ik nog wat lege blaadjes uitdeel, denk ik, dit deugt niet. Die 1659 klokuren zijn zo nep als het gezicht van Gerard Joling. Leraren werken geen klokuren, ze geven les. En mijn vader gaf er in 1960 ook 26. Kortom, de waanzinnige welvaartsgroei van de laatste 65 jaar gaat naar een Sovjet boekhouding van nepwerk, rijkdom op kantoor en de armoede in de klas blijft zoals die in 1960 was. Met dank aan steeds meer malle regels die niks regelen. Deze sector is doodziek. 

De zoemer gaat, de aflossing sloft mooi op tijd binnen. Ik loop de gymzaal uit, ga een rondje rijden, sigaren kopen. Ik start de auto. De muziek gaat aan. Townes van Zandt zingt together we’re gonna wait around and die. Synchroniciteit bestaat. 

Published inUncategorized

5 Comments

  1. Ingeborg van der Giessen Ingeborg van der Giessen

    Lees de tekst nog ‘ns door er staan nogal wat spel- en formuleerfouten in, Ton. Had je haast? ; ) Inhoudelijk ben ik het maar ten dele met je eens. Het werk is echt veelomvattender en complexer geworden dan toen ik begon in 1991. Je hebt hierover al heel veel gepubliceerd, dus dat weet je best.

  2. Ik zal eens kijken naar de fouten. De verhaal van complexere arbeid, ik hoor dat vaker, maar mensen zijn nooit specifiek wat dan echt complexer is, ik zie het niet. Ik zit mijn hele leven in het onderwijs, ben er mee opgegroeid, kan aardig vergelijken en al die zogenaamde veranderingen in samenleving en jeugd, echt zo is het altijd geweest.Met daarbij de opmerking dat het stukje gaat over 65 jaar nationale welvaartswinst die niet naar de leraar en zijn klas is gegaan, maar wel naar degene die het handigst is met flauwekul.

  3. Jan Vink Jan Vink

    Dat ik zowel lesgevende- als andere taken heb zie ik als een gegeven.
    In het mbo moet je naast lesgeven ook mentor zijn en stages kunnen begeleiden los van andere (ondersteunende) taken. Dat maakt het mbo ook boeiend en afwisselend.
    Waar ik steeds meer op stuk loop zijn al die extra administratieve taken die op een wonderbaarlijke manier elke keer op het bordje van docenten belanden. Ik heb steeds meer systemen tot mijn beschikking maar niemand vult het voor me in. Dat is mijn werk erbij geworden en men vindt dit normaal. Voor mijn gevoel ondersteun ik soms de ondersteuning en al dat werk kost steeds meer tijd maar staat los van onderwijs.
    Ik begrijp je stuk volkomen maar dat is meer vo met andere problematiek maar laat ons doen waar we goed in zijn: onderwijs.
    En complimenten voor je muzieksmaak. The late great Townes. Hij wordt gemist.

  4. Hendrik van Leusen Hendrik van Leusen

    Townes is altijd een troost. Blij dat ik hem een paar keer live heb gehoord en heb gesproken.

Leave a Reply to Hendrik van Leusen Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *