Ik hoorde het ex-minister Bussenmaker vertellen. Tijdens een speech. Van de 100 academici die starten zijn er na vijf jaar nog 28 over. En dan komen de maatregelen. Meer begeleiding. Minder uren. En dat is niet genoeg. Dat schrijft althans een ex-leraar in NRC/Handelsblad. Na drie jaar voor de klas stopt hij. Het werk met pubers was leuk. Ze tekenden piemels op het bord. Hij kon daar met ze over praten. Ook zijn seksuele geaardheid kwam aan bod. Allemaal fantastisch, maar ook druk. Lessen voorbereiden. Geven. Proefwerken nakijken. Kamerleden honoreren deze klacht. Zij willen meer met minder. Terugbrengen van het aantal lessen voor leraar en leerling creëert ruimte voor meer voorbereiding. De kwaliteit gaat omhoog.
Een vergissing. Want even voor de duidelijkheid. Ik heb nooit geslachtsdelen op het bord getekend. Praat niet over mijn seksuele voorkeuren in de klas. En vooral, ik gaf in mijn derde jaar 32 lessen. Had geen groep onder de 30. En ik ging door. Werkte keihard. Vanuit één drijfveer. De beste leraar van de school zijn. En soms ging ik kapot. Kotste van vermoeidheid. Maar het was een fantastische tijd. Leerlingen kwamen bij me thuis. Ik sportte met ze. At met collega’s. Ging met ze naar de kroeg. En vooral, ik leerde waanzinnig veel. De toen opgedane praktijkkennis betaalt de rest van mijn leven uit. En minder lessen, lekker. Maar meer voorbereiden!? Sodemieter op. Mijn lessen zijn uitstekend. En verbeteren doe ik nu ook. Minder lessen betekent in mijn geval meer bijbeunen.
Beste volksvertegenwoordigers, minder opportunisme en meer reflectie, het zou iedereen helpen. Kijk even mee terug. Jaren tachtig. Afschaffen maximale klassengrootte. Lagere nominale lonen. Weggummen opleidingsniveau uit beloningsstructuur. Jaren negentig. Lumpsum degradeert leraar tot kostenpost. De wet zijinstroom legaliseert in 2000 onbevoegd lesgeven. Gevolg? Een gemiddeld lager opgeleide leraar, vaak niet eens bevoegd, geeft les aan steeds grotere klassen. De inspectie constateert elk jaar in haar verslag dat nogal wat lessen matig tot slecht is. En dan treedt de averechtse selectie in werking. Meer slechte lessen betekent dat goed zijn, daar hard voor werken, niet loont. De aandacht gaat naar slecht. Slecht is normaal. Slecht stroomt door in de schoolleiding. En wat doet goed? Die vertrekt. De dictatuur van slecht, dat is het enige probleem van de hedendaagse schoolorganisatie.
Tien jaar terug zat ik bij een uitgever op kantoor. Hij zei; ik heb een redacteur nodig, die gaat nog niet de helft van jou verdienen, 120 brieven, waarom willen zij geen lesgeven? Omdat politici, bestuurders en schoolleiders de beroepscultuur eendrachtig naar de kloten hebben geholpen. Daarom zijn er van de 100 academici na vijf jaar nog 28 over. Doe daar eens wat aan. In het nieuwe jaar.
Be First to Comment